Geplaatst: 3 december 2023
Dit verhaal Au-t-is-me is geschreven door Harmanna Berger. Het vertelt over haar eigen ervaringen met autisme en waar je tegenaan kunt lopen in je leven.
“Au-‘t-is-me
Meisjes en autisme. Die vallen vaak buiten het zicht, simpelweg omdat de onderzoeksmethoden nou eenmaal op jongens gemaakt zijn. En ondanks het feminisme, gendergelijkheid, genderneutraliteit en unisex wc’s, verschillen mannen en vrouwen nu eenmaal van elkaar. Niet alleen op lichamelijk maar ook mentaal. En dan vooral hoe lichamelijk en geestelijk op elkaar inwerken.
Zonder hier nu een uitvoerige uiteenzetting van allerlei pseudo-wetenschappelijke theorieën neer te zetten die over een paar jaar toch achterhaald zijn, schrijf ik gewoon op wat mij is opgevallen als vrouw in het spectrum.
Appeltje-eitje, zou je zeggen? Maar nee: ik heb heel wat afgetobd, omdat ik het grootste deel van mijn leven niet wist wat ik had.
Labels plakken is toch niet meer van deze tijd? Dat vind ik veel te kort door de bocht. Denk maar eens aan dit voorbeeld:
Stel je eens voor dat je bijvoorbeeld niet kunt lopen maar niemand vertelt je waarom. Je hele leven probeer je het maar het lopen mislukt steeds. Iedereen kan het. Behalve jij. Je denkt dat je niet hard genoeg hebt geprobeerd. Resultaat: je voelt je een mislukking. En dat gevoel neem je mee in je leef- en loopbaan.
Zo is dat ook met onopgemerkt autisme. Onwetend over jezelf, waarom je de normaalste dingen zo moeilijk lijkt te vinden niet begrijpen kunt. Dan doet het hebben van autisme soms pijn. Niet alleen voor jezelf maar ook voor anderen.
Soms pies ik wel eens naast de pot. Niet letterlijk hoor. In de sociale omgang kan ik in rumoer het geluid niet goed filteren. En daardoor mis ik de essentie in informele gesprekken. Soms vang ik een woord op waardoor ik denk dat ik kan aanhaken. Daarom stond ik als kind als ‘spuit elf’ te boek in gezelschap. Blijkbaar was mijn ingebrachte thema zojuist aan bod geweest. Ik had ergens de bel horen luiden. Dit maakt het balanceren tussen sociaal verlangen en interactie voor mij een ware sport.
Of toen ik op zwemmen zat bijvoorbeeld. Het lukt me aanvankelijk heel goed om tegen mijn rechterbeen te zeggen dat hij tegelijk met mijn linkerarm naar voren moet, maar na een paar slagen gaan zowel armen als benen gaan links en rechts synchroon. Als een IJslands paard. Dat wist ik eerst ook niet, maar mijn kennis over paarden is dankzij deze herhaaldelijke opmerking tijdens mijn zwemactiviteiten iets vergroot. Maar het heeft mijn motoriek en zelfvertrouwen niets goed gebracht. Met zwemmen ben ik uiteindelijk afgehaakt.
Wanneer ik terug kijk op mijn kindertijd, dan heb ik andere mensen altijd veel geobserveerd. Ik kopieerde de gedragingen van de mensen die me aanspraken. En bestudeerde dan nauwkeurig of mijn nieuw geleerde gedrag bij anderen in de smaak viel. Tegelijkertijd had ik mijn eigen interesses en sloot ik niet altijd bij de ander aan. Als ik iemand niet aardig vond, dan zei ik dat gewoon. Dat was beter dan er onverhoopt mee opgezadeld te moeten zitten. Ik kies dan voor mijn eigen waarden, maar de normen om mij heen passen daar niet altijd bij. Hoe het heurt, is niet hoe het bij mij gebeurt. Ik accepteer dat inmiddels wel. Nu mijn omgeving nog…
Zo heb ik veel moeite met liegen. Wat ik onder een leugen versta, is dat voor de ander totaal niet. Ik vraag me af waarom men een begrip als liegen in het sociale protocol opneemt, er consequenties voor kleuters aan verbindt om het dan later als volwassene in een breder perspectief te zetten? Een ruim begrip? Voor mij is een leugen een leugen. Zwart wit denken noemt men dat. Ik vind dat raar.
Geef mij maar eerlijkheid. Als iemand vraagt wat ik ervan vind, vertel ik dit graag. Wel heb ik gemerkt dat daar dus het pijnpunt bij de ander kan liggen. Want ontvangen kan best confronterend zijn. Iets wat sommige mensen liever uit de weg gaan. Dus wordt er veel over eerlijkheid en transparantie gekeuveld. Maar wanneer ik me daar dan aan houd dan heb ik het te letterlijk genomen.
Zoals men in de rechtsgang vaak zegt: ieder heeft zijn eigen waarheid. Volgens mij berust deze uitspraak louter op subjectiviteit. Want de waarheid berust op feiten. Natuurlijk herinner ik me misschien enkele persoonlijke details van de feiten. Maar ik zou zeggen dat de globale feiten vaststaan. Er is een huis gebouwd of niet. Er is een kind geboren of niet. Je ben geslaagd of niet. Rome is een stad en Tinte is dat niet.
En is dat iets wat perse met zwart-wit denken te maken heeft? Of word ik vaak in mijn denken getackeld met afleidende opmerkingen zodat ik geconfronteerd wordt met mijn eigen onzekerheid? Zelf kan ik een confrontatie goed waarderen. Ik zie transparantie als een noodzakelijk goed om te mogen leren. Maar ik voel me hier regelmatig erg alleen in.
Wanneer een ander zich ongemakkelijk voelt, merk ik dat een veelgebruikte tactiek is om de ander in zijn onzekerheid te raken. Sommige mensen kunnen dat heel goed. Ik niet. Ik blijf meestal bij het onderwerp. Als mij iets gevraagd wordt, dan geef ik een eerlijk antwoord. Ook al had ik dat soms misschien niet moeten doen. Dat ik niet altijd hoef te antwoorden maar ook direct een vraag terug mag stellen, vind ik hopeloos verwarrend. In zo’n gesprek krijg ik meestal te maken met een flinke belichting van mijn minder sterke kanten. Uiteraard raak ik daardoor verward en dat maakt me onzeker.
Dit is overigens niet de stijl die ik zelf graag hanteer. Ik houd ervan om een ander vooral op te merken in zijn of haar kwaliteiten. Ik wil de drijfveren van een persoon zien die voorbij de frustratie gaat. Ik denk dat wanneer ik iemand in zijn kracht zet, er veel meer toegang ontstaat tot de diepere laag waarbij iets als ontwikkeling om de hoek komt kijken. Toch gaan de meeste gesprekken niet zo. En dat overprikkelt me in het contact met andere mensen.
Ik weet inmiddels dat bij overprikkeling al mijn zintuigen meedoen. Alsof ieder zintuig een voor een uit wordt geschakeld. Nadat indrukken steeds feller lijken te worden, dooft daarna mijn waarneming. Alsof het filter verstopt zit. Het voelt als watten in mijn oren met een beslagen bril. Zonder verder aan te voelen hoe moe ik ben, lijkt rust het beste medicijn te zijn. Ik ben tegenwoordig blij dat ik mag accepteren wie ik ben en hoe ik vanbinnen werk. Dit heeft me zoveel gegeven. Ik omarm mijn gevoeligheid en neem meer rust dan de norm mag voorschrijven.
Autisme doet soms pijn. Maar het is een krachtig maar kwetsbaar deel van mij.
En ik mag het volledig omarmen:
Au-‘t-is-me”
Harmanna Berger
Wil jij leren hoe je goed om kunt gaan met jouw autismekenmerken? Zodat je rust en balans ervaart in je werk en je leven? Vraag dan hier een gratis ont-stress sessie aan.