Geplaatst: 15 augustus 2024

Autisme bij ouderen

Autisme bij ouderen

Afgelopen week werd ik gebeld door een teamleider in een ziekenhuis. Ze werkt op een afdeling waar veel ouderen voor acute zorg worden opgenomen. Ze ziet regelmatig ouderen met (een vermoeden van) autisme op haar afdeling binnenkomen en ze voelt dat de zorg voor deze mensen anders kan. Ze vroeg me te vertellen over autisme bij ouderen en hoe zij hun zorg kunnen verbeteren.

Blij met zo’n vraag

Laat ik vooropstellen dat ik altijd blij word van zo’n vraag. Natuurlijk word ik niet blij van de problemen waar mensen op die afdeling tegenaanlopen. Wel word ik blij van de aandacht en interesse die zo’n teamleider voor haar patiënten heeft. En de moeite die ze er in stopt om het beter te doen.

En bedenk je dat niet alle mensen die kenmerken van autisme vertonen dit ook altijd weten van zichzelf. Om goed om te gaan met mensen met autisme is het ook niet persé nodig om alles over autisme te weten. Het gaat eigenlijk vaak over interesse tonen in en aandacht geven aan een persoon.

Een aantal jaren geleden kwam ik met onze jongste zoon een periode vaak in het ziekenhuis. En dan zie en hoor je soms dingen gebeuren die niet handig zijn om te doen bij mensen met autisme. En dat brengt me op de volgende tips.

5 tips om goed om te gaan met ouderen in de zorg

Raak mensen niet onnodig veel en onverwacht aan

Mensen die in een functie in de zorg werken, zijn vaak zeer zorgzame mensen. Voor hen is het normaal om even een aai over je hand of been te geven. Allemaal met goede bedoelingen.

Voor mensen met autisme kan zo’n aanraking onverwacht zijn en veel prikkels geven. Probeer bij mensen met (een vermoeden van) autisme te beperken tot functionele aanrakingen en laat alle goed bedoelde troostende aanrakingen achterwege. Op die manier voorkom je het geven van extra prikkels.

Geef informatie maar niet te veel

Hier bedoel ik natuurlijk niet mee dat je informatie over de behandeling of het stappenplan dient achter te houden. Ik heb het over hoe je dingen brengt. Je kunt iets duidelijk en to-the-point zeggen, zodat de ander de informatie heeft die gegeven dient te worden.

Je kunt ook met allerlei omwegen, voorbeelden over andere mensen en woorden als misschien, meestal, soms, vaak, waarschijnlijk de boodschap overbrengen. Als je dat doet, heb je een grote kans dat de boodschap niet goed overkomt en dat er niet begrepen wordt wat de bedoeling is. En heb je er ook nog een overprikkelde patiënt bij.

Vermijd ook woorden zoals ‘straks’, ‘even’, ‘wellicht’, ‘zo’, ‘beetje’, etc.

Doe wat je zegt en zeg wat je doet. Zonder te veel woorden te gebruiken.

Beloof dus niet aan een patiënt dat deze zo naar huis mag, en dan twee uur later terugkomen dat het niet eerder kon in verband met een dienstwissel (echt gebeurd bij onze zoon).

rustige plek op de afdeling

Kijk of je de persoon met (een vermoeden van) autisme op een rustige plek op de afdeling neer kunt leggen, in plaats van in het midden van alle hectiek. Dat gaat zeker helpen bij het tot rust brengen, waardoor informatie beter opgepakt kan worden. De behandeling zal daardoor ook soepel lopen.

Sensorische over- of ondergevoeligheid

Iemand met (een vermoeden van) autisme kan een sensorische over- of ondergevoeligheid hebben. Het kan zijn dat patiënten met (een vermoeden van) autisme extra gevoelig of juist erg ongevoelig reageren. Neem daarbij de uitdrukking op het gezicht mee en vraag aan familie of vrienden of diegene extra gevoelig of juist ongevoelig is.

Let ook op hoe je je vraag stelt. Als je vraagt ‘heb je veel pijn?’, dan is dat een erg onduidelijke vraag. Wat is ‘veel’? Is dat net zoveel als die oom die ooit zijn been verloren heeft, of net zoveel als wanneer je je teen stoot?

Stel je vragen één voor één

Je krijgt dan antwoord op je vragen. Wanneer je drie vragen achter elkaar stelt, zul je waarschijnlijk niet de juiste antwoorden krijgen, omdat je vragen en de te geven antwoorden nog niet voldoende verwerkt kunnen zijn. Dus stel je vraag en wacht op het antwoord. Zie je dat er onduidelijkheid is over je vraag, geef dan extra informatie of stel je vraag op een andere manier.

Hoe herken je bij iemand kenmerken van autisme?

Waar kun je op letten bij oudere patiënten om er achter te komen of er sprake is van kenmerken van autisme?

De genoemde tips helpen om de overprikkeling, die er waarschijnlijk zal zijn bij een acute opname, in elk geval niet te verhogen. Wanneer mensen onverwacht in het ziekenhuis belanden, is er vaak al het een en ander aan vooraf gegaan. Al die gebeurtenissen, pijn, onverwachte zaken en onduidelijkheid kunnen al zoveel prikkels hebben gegeven, dat elk klein extra ding dat er bij komt te veel is. En dus voor een ‘ontploffing’, woede- of huiluitbarsting kunnen zorgen.

Probeer de persoon met (een vermoeden van) autisme tot rust te brengen. Vraag aan de patiënt, of de familie of vrienden die er eventueel bij zijn, wat hij of zij op dat moment nodig heeft. Wees eerlijk en duidelijk wat er wel en niet kan. Zoek naar mogelijkheden. Heb een open blik. Ga uit van onmacht in plaats van onwil.

Heb jij in je werk met autisme te maken?

Kom jij in je werk wel eens mensen met (een vermoeden van) autisme tegen? Kun je daar op een goede manier mee omgaan? Hoe doe je dat? Of kun je er wel wat informatie en inzicht over gebruiken?

Gratis ont-stress sessie

Vraag dan nu jouw gratis ont-stress sessie aan, ik denk graag met je mee! In deze ont-stress sessie bespreken we waar je tegenaan loopt en hoe ik je daarbij kan helpen. Jouw ont-stress sessie van ongeveer 30 minuten houden we in mijn praktijk of via Teams.

Vraag jouw gratis sessie hier aan.

Wist je trouwens dat werkgevers vaak budget hebben voor medewerkers dat gebruikt kan worden voor persoonlijke coaching en trajecten zoals Rust en balans op je werk?

Vraag jouw gratis sessie hier aan.

Fijne dag!


Tags: , , , ,