Zowel in mijn praktijk als autismecoach als in mijn privé-omgeving zie ik dat stress en vermoeidheid een enorme impact hebben op mensen met (kenmerken van) autisme.
De stress en vermoeidheid die mensen met ASS ervaren, wordt vaak als enorm overweldigend ervaren. Waardoor mogelijkheden om het anders te doen en er op een goede manier mee om te gaan naar de achtergrond verdwijnen. Het lukt dan gewoon niet meer om uit die vicieuze cirkel te komen. Met alle gevolgen van dien.
En wees eerlijk, vermoeidheid kan ook enorm verlammend werken, waardoor je eigenlijk misschien wel weet dat je iets op een ander manier moet gaan doen. Maar dat je er eenvoudig de energie niet voor hebt om op te staan, laat staan om nieuwe dingen uit te proberen en te leren.
Ik leg in het kort de 7 gebieden waarin het voor mensen met (kenmerken van) autisme vaak anders werkt uit. Deze 7 gebieden worden over het algemeen gebruikt in de onderzoekswereld. Niet iedereen met autisme herkent zichzelf in deze omschrijving van autisme. Ieder mensen is natuurlijk ook anders. En gelukkig ontdekken en leren we dagelijks nieuwe dingen over autisme.
Voor mijn gevoel staan deze 7 gebieden in grote lijnen voor de dingen die bij mensen met (kenmerken van) autisme anders werken dan bij de zogenoemde neuro-typische mensen (mensen zonder autisme).
Waarbij ik het veel te ver vind gaan dat mensen met autisme in deze gebieden alleen maar problemen hebben. Het werkt vaak op een andere manier, mensen met autisme hebben in deze gebieden vaak wat extra input en duidelijkheid nodig. Op andere gebieden zijn mensen met autisme vaak weer beter, sneller en makkelijker dan neuro-typische mensen.
Als ik trouwens mensen met autisme schrijf, bedoel ik ook de mensen met kenmerken van een autisme spectrum stoornis.
De 7 gebieden waarin het voor mensen met autisme vaak anders werkt zijn:
Doordat het brein van mensen met autisme op deze 7 gebieden anders werkt dan het brein van mensen zonder autisme, kan onduidelijkheid ontstaan. En door onduidelijkheid ontstaan stress en vermoeidheid.
De klacht die ik van de meeste mensen met (kenmerken van) autisme hoor, is dat ze zo enorm moe zijn. Ze zijn zo moe, dat ze de week of dag maar amper volhouden. En die vermoeidheid wordt vaak veroorzaakt en in stand gehouden door de stress die ze ervaren.
Vrijwel iedereen heeft in bepaalde fases van zijn of haar leven stress. Denk maar eens aan het hebben van opgroeiende kinderen, een drukke baan, spanningen in je relatie, ruzie in de familie, het starten op een nieuwe school of een nieuwe baan. Soms ontstaat stress ook door angsten of depressiviteit, een laag zelfbeeld. Deze stress is voor mensen met en zonder autisme aanwezig.
Stress is een vorm van spanning die in het lichaam van mensen optreedt als reactie op externe prikkels. Het is een verstoring van het evenwicht tussen draagkracht (wat je aan kunt) en draaglast (wat je te verduren krijgt).
Meestal geven omstandigheden je tijdelijk, een paar dagen of weken, stress. En daarna zakt het weer af.
Veel stress is niet gezond, je voelt je moe, het vermindert je weerstand, je kunt niet veel hebben van anderen en bent snel geïrriteerd. En als de stress dan maar door blijft gaan, word je nog vermoeider, je wordt gefrustreerd en alles wordt erger en erger.
Stress geeft onrust en je raakt uit balans. En het is super vermoeiend!
Het is voor iedereen anders wanneer je stress of vermoeidheid ervaart, of je nu wel of geen autisme hebt. Daarom is het heel goed om te kijken hoe het voor jou werkt, wat voor jou belangrijk is. Je kunt je hierin niet altijd goed vergelijken met een ander en dat hoeft ook niet.
Het effect van veel stress en vermoeidheid is dat je niet meer goed kunt nadenken. Iets wat je normaal heel makkelijk kunt doen of kunt besluiten, wordt ineens moeilijk om te doen of heel lastig om een besluit over te nemen. En alles wat lastig wordt om te doen kost energie, en daardoor wordt het allemaal nog lastiger en ervaar je nog meer stress. Als je niet uitkijkt kom je dus in een patroon terecht waar je niet meer makkelijk zelf uitkomt.
Sommige mensen wordt ook letterlijk ziek van het hebben van te veel stress en moe zijn. Hun lichaam geeft dan op. Ook kun je allerlei vage klachten krijgen van stress, zoals hoofdpijn, buikpijn, rugpijn, pijntjes die je al lang niet meer gehad hebt kunnen weer terug komen, etc. etc.
Stress heeft niet alleen invloed op jezelf, maar ook op de mensen om je heen. Je vindt het misschien lastig om ook nog contact met anderen te houden als je al veel druk ervaart. Of je reageert mopperig als iemand iets vraagt en die ander denkt ‘laat maar even zitten’.
Op die manier kan stress allerlei gebieden van je leven beïnvloeden en kan het makkelijk van een beetje stress naar heel veel stress en uiteindelijke tot stilstand komen, oftewel burnout, veranderen.
Maar liefst 81% van de mensen met autisme zegt dat stress en vermoeidheid een groot of zelfs heel groot negatief effect heeft op onder andere hun zelfvertrouwen en hun zelfbeeld.
En 74% geeft aan dat stress effect heeft op hun slaap.
63% van de ondervraagde mensen geeft aan dat wat ze op dit moment doen tegen stress geen of onvoldoende effect heeft.
In het onderzoek geven mensen die werken het volgende aan:
54% zegt dat ze gericht zijn op details, waardoor ze het overzicht verliezen
47% zegt dat ze moeilijk met werkdruk om kunnen gaan
45% zegt dat ze moeite hebben met de sociale omgang met collega’s
Bron : onderzoek Autismecoach
Als je zelf autisme hebt, heb je zeer waarschijnlijk meer last van stress dan mensen zonder autisme. Mensen met autisme zijn gevoelig voor stress, hun evenwicht is eerder verstoord en ze hebben lang de tijd nodig om weer te herstellen van de stress die ze gehad hebben.
Dit komt bijvoorbeeld door het anders binnen komen van prikkels in de hersenen, het moeite met begrijpen van andere mensen en situaties en het om gaan met veranderingen en onvoorspelbaarheden. Je bent hierdoor steeds in een verhoogde staat van alertheid en dat kost heel veel energie.
Als je de stress die je ervaart en voelt negeert en er niets mee doet, of niets mee kunt doen, wordt de stress alleen maar erger. Dan hoeft er nog maar iets kleins te gebeuren en boem, het ploft.
Veel mensen hebben het door de week erg druk, met werk of school. Ze nemen zich dan voor om in het weekend uit te rusten. Of ze zeggen ‘straks heb ik vakantie en dan rust ik wel uit, dan tank ik wel weer bij’. En wat merken ze dan wanneer het eindelijk weekend of vakantie is.
Dan merken ze dat ze zo moe en uitgeblust zijn, dat ze nergens zin in hebben. Dat ze lamlendig op de bank hangen en voor de dingen die ze wilden doen, iets leuks met het gezin of vrienden, eindelijk dat ene klusje af krijgen, daar hebben ze dan totaal geen energie voor. Waardoor ze zich nog slechter gaan voelen, want nu is er niets van de leuke of noodzakelijk dingen gedaan en hebben ze er ook nog een schuldgevoel bij gekregen.
Hoe merk je nu zelf dat de stress begint op te lopen en dat je actie dient te nemen?
Het is heel belangrijk om gedurende de werkweek je stress-level laag te houden en goed voor je eigen energie te zorgen. Zodat je zo weinig mogelijk last van die vermoeidheid hebt. Inzicht hebben in je eigen stress, hoe het voor jou werkt, helpt om er goed mee om te gaan en om het te kunnen voorkomen of zo klein mogelijk laten zijn.
De 5 stappen die voor rust en balans op je werk gaan zorgen zijn de volgende:
Per stap leg ik wat de stap inhoudt en waarom deze stap belangrijk is.
Als die enorme vermoeidheid die je steeds voelt, je telkens maar over komt, kom je niet makkelijk uit die vicieuze cirkel. Je blijft dan achter de feiten aanlopen en je vindt dan niet makkelijk een uitweg naar rust en balans.
Je neemt je elke keer voor om nu echt je rust te pakken. Maar doordat je te moe bent of doordat er toch steeds weer iets anders tussendoor komt, lukt dit niet goed. Waardoor je vermoeidheid en gevoel van te kort schieten steeds maar erger wordt.
Een goede eerste stap om dan te zetten is het bestuderen van je (werk)week. Zonder een duidelijk inzicht in je huidige situatie, kun je deze situatie namelijk niet verbeteren. Je hebt dan geen idee waar de knelpunten zich bevinden.
Door goed naar je (werk)week te kijken, krijg je inzicht in wat bijvoorbeeld de dagen zijn waarop je het heel druk hebt. En wat zijn de dagen waarop het lekker gaat.
Wat is het verschil tussen die dagen? Wat maakt dat het op de ene dag goed gaat en op een andere dag echt helemaal niet? En is die moeilijke dag elke week een moeilijke dag of hangt het ergens anders vanaf, bijvoorbeeld van hoe je slaapt of hoe je in je vel zit?
Kun je iets aan die dag aanpassen of kun je de taken in de week herverdelen, waardoor het beter past?
Het is belangrijk om naar je (werk)week te kijken, omdat je hierdoor inzicht krijgt. Inzicht in de situatie zoals deze nu is. En daarmee kun je ook zien wat er anders mag of kan. Wat bijvoorbeeld de moeilijkste dagen zijn en waarom deze dagen moeilijk zijn. En van daaruit kun je de juiste acties gaan nemen.
Een overvolle (werk)dag, zorgt er waarschijnlijk voor dat je de dag ervoor al stress hebt over de dag die gaat komen. En de dag na deze overvolle dag heb je de hele dag nodig om weer bij te komen.
Op die manier kost een overvolle (werk)dag je dus eigenlijk bijna drie dagen. Dan is het dus belangrijk om de dag voor en na een overvolle dag je agenda leeg te houden. Of te zorgen dat er wat taken van de overvolle dag naar een andere dag gaan, zodat de verdeling goed is.
Als je geen inzicht hebt in je (werk)week dan word je voor je gevoel geleefd. Dan loop je steeds maar achter de feiten aan en ga je steeds harder lopen. Hierdoor krijg je niet de tijd die je nodig hebt om weer tot rust te komen. Je gaat hiermee over je grenzen heen en je vermoeidheid wordt steeds erger. Je begrijpt dat je zo niet langer door kunt gaan.
Wat kun je dan wel doen? De volgende dingen kun je uitproberen om een start te maken richting een goed verdeelde (werk)week:
– Bepaal wat voor jou de drukste dag is in de week en kun je iets van die dag op een andere dag doen of door iemand anders laten doen?
– Zorg voor voldoende beweging en/of rust op een dag. Heb je een zittend beroep, sta dan regelmatig op en loop even een stukje. Maak een ommetje in je pauze. Ben je veel in beweging tijdens je werk, neem dan voldoende pauze door te gaan zitten.
– Horen alle taken die op jouw to-do lijst staan bij jou, of kunnen anderen een deel overnemen?
– Wat heb jij nodig om door die drukke dag heen te komen? Kun je bijvoorbeeld de dag van tevoren al iets koken voor die dag?
In stap 2 ga je aan de slag met hoe het bij jou werkt. Wat heb jij nodig? Wat kun jij doen op momenten van stress en wat zijn bij jou tekenen dat de stress aan het oplopen is?
Het is heel belangrijk om te weten hoe stress bij jou voelt. Op het moment dat je het namelijk aan voelt komen, kun je nog actie ondernemen. Terwijl als je wacht tot je enorm overprikkeld bent, dan kun je meestal niets meer behalve dichtklappen of juist ontploffen.
De periode voor het dichtklappen of ontploffen is het moment dat je actie kunt nemen, de voor jou juiste dingen kunt doen.
Maar hoe weet je nu hoe dat voor jou werkt, als je vaak ineens overvallen wordt door zo’n overprikkeling, waarbij je helemaal niets meer kunt of juist helemaal uit je dak gaat van boosheid? Die je echt niet aan voelt komen.
En dat anderen dan alleen maar extra vragen blijven stellen of verwijten naar je hoofd blijven gooien. Precies dat wat jij op zo’n moment niet kunt gebruiken.
Misschien voel je je daarna ook wel extra vervelend, omdat je merkt dat anderen je niet begrijpen en er niets mee kunnen.
Als je niets doet met het krijgen van inzicht in hoe het bij jou werkt, dan blijft stress en overprikkeling je overkomen en kun je het zelf niet op tijd stoppen. En dan blijf je dus in situaties komen, waarop je zelf geen invloed meer hebt. Omdat het al te ver is gegaan.
En die overprikkeling die steeds terug blijft komen, die zorgt er ook nog eens voor dat je vermoeidheid erg wordt en dat je op een bepaald moment helemaal niet meer weet waar je moet beginnen.
Terwijl je daar, als je er op de juiste manier mee aan de slag gaat, heel veel mee kunt doen. Door te leren hoe het bij jou werkt en door overprikkeling op tijd aan te voelen komen.
Wat kun je doen om die overprikkeling aan te voelen komen? Waar kun je op letten?
De volgende dingen geven je inzicht in jezelf en daarmee zie je je overprikkeling goed aankomen.
– Bepaal hoe jouw opkomende overprikkeling voelt. Waar krijg je last van? Wat gebeurt er met je op het moment dat je overprikkeld begint te raken? Hoe voelt het wanneer de stress aan het oplopen is?
– Door welke situaties wordt jouw overprikkeling en stress hoog? Hoe ziet zo’n situatie er uit? Wat gebeurt er?
– Van welke prikkels heb jij last? Heeft dat met horen, voelen, zien, ruiken, denken te maken.
– Wat heb je nodig na een moment van overprikkeling? En wat wil je juist niet? Kun je dit tegen de mensen in je omgeving vertellen, zodat ze hier rekening mee kunnen houden?
In deze stap is het heel belangrijk om goed duidelijk te krijgen wat jij nodig hebt in welke situatie. En ook wat je niet nodig hebt is heel belangrijk om te weten.
Op het moment dat je voor jezelf duidelijk hebt wat voor jou werkt, kun je hier zelf heel goed rekening mee houden. En als je dit dan ook nog aan de mensen in je omgeving kunt vertellen of laten zien, dan kunnen zij ook goed rekening met je houden.
Je kunt hiervoor een uitgebreid autismeprofiel maken, waarin precies staat wat je op welk moment nodig hebt. En wat je juist niet wilt. Op die manier kun je zelf met jouw autismeprofiel checken hoe de stress en overprikkeling er op een bepaald moment voor staat.
In een autismeprofiel maak je onderscheid in de fases groen (je zit lekker in je vel), oranje (de overprikkeling begint al op te lopen, je wordt al wat geïrriteerd) en rood (in deze fase probeer je in het begin nog alles ‘recht’ te houden, maar al snel verlies je de controle en knak je, oftewel je raakt totaal overprikkeld).
Vaak is het op het moment dat je stress hebt en overprikkeld begint te raken, heel lastig om op dat moment nog te weten wat je nu het beste kunt doen of laten. En door het in het autismeprofiel overzichtelijk te hebben, hoef je daar alleen maar op te kijken. Er staan suggesties op over wat je kunt doen.
Daarnaast kan dit profiel ook door anderen in je naaste omgeving gebruikt worden. Ook zij kunnen op momenten dat ze zien dat je veel stress hebt, op het autismeprofiel kijken wat je nu fijn vindt om te doen.
Als je geen autismeprofiel voor jezelf hebt, moet je elke keer zelf heel goed in de gaten houden of je stress oploopt. En dan ook nog op dat moment, waarop je al stress hebt, bepalen wat je kunt gaan doen om de stress naar beneden te krijgen.
Dat is vaak heel lastig en heel moeilijk om te doen. Vandaar dat het heel belangrijk is om van jezelf te weten wat voor jou werkt op momenten van stress en overprikkeling.
Wat is er belangrijk in een autismeprofiel:
– Hoe zien de fases groen, oranje, rood er uit?
– Wat gebeurt er na fase rood, dus wanneer je zojuist enorm overprikkeld was, wat is er in de fase daarna nodig?
– Hoe kun je deze fases aan anderen in je directe omgeving duidelijk maken?
Grenzen stellen, het is voor iedereen nodig en het is ook voor veel mensen heel moeilijk om te doen. Om lekker in je vel te zitten is het heel belangrijk om te weten wat bij je past, wat je nodig hebt en ook wat je niet nodig hebt.
En hier dan ook op een goede manier met anderen over kunnen praten. Op het moment dat jij je eigen grenzen kent en herkent, kun je ze met anderen bespreken en er op die manier voor zorgen dat anderen niet steeds over jouw grenzen heen gaan.
Maar ook voor onszelf is het heel belangrijk om onze grenzen te kennen. Zodat we goed voor onze energie kunnen zorgen en hiermee vermoeidheid, stress en andere klachten voorkomen kunnen worden.
Wat zijn voorbeelden van manieren waarop er over je grenzen heen gegaan wordt en wat stress op kan leveren:
– Als je onder druk gezet wordt om een antwoord te geven
– Als je geen tijd krijgt om een keuze te maken
– Als je in een staat van overprikkeling toch iets moet gaan doen
– Als jou gevraagd wordt rekening te houden met anderen
– Als je last hebt van bijvoorbeeld geluiden, zoals radio’s, gepraat of machines
Wanneer je geleerd hebt om op de goede manier jouw grenzen aan te geven, kun je dus:
– het heft in eigen hand nemen, dus je leven leiden op de manier waarop jij dat wilt en niet hoe anderen het willen
– ruimte en tijd creëren voor datgene wat jij belangrijk vindt en nodig hebt om gelukkig te zijn
– toekomen aan je eigen behoeften en de gevoelens van frustratie verdwijnen
– gelijkwaardigheid creëren in de relatie met anderen en daarmee krijg je zelfrespect
– duidelijkheid aan de ander bieden. Een nee is dan ook een nee en daarmee is een ja ook een ja
Hoe geef je op een goede manier je grenzen aan:
– Bepaal op een moment dat je lekker in je vel zit welk deel van je leven niet loopt zoals je zou willen. Hoe kun je daarin zorgen dat je op dit stukje je grens aan kunt geven.
– Zorg dat het om te beginnen over een grens gaat op een klein, eenvoudig onderwerp.
– Oefen met het aangeven van grenzen met een familielid, vriend of vriendin die je goed kent. Zodat je even uit kunt testen hoe je je grens goed aan kunt geven en wat die ander dat bijvoorbeeld terug kan zeggen.
– Geef je grens aan op een rustige manier en wacht op de reactie. Kijk hoe je het beste kunt reageren op de reactie.
– Blijf oefenen, grenzen stellen is moeilijk om te doen voor bijna iedereen. Met oefenen zorg je dat het je steeds beter lukt.
Stap 5 gaat eigenlijk voor over hoe kun je nu blijven doen wat je geleerd hebt? Natuurlijk kun je van alles leren over dingen die goed voor je zijn. En zolang je daar actief mee aan de slag bent, lukt dat vaak ook allemaal wel.
En na verloop van tijd gaat het steeds beter om goed voor jezelf te zorgen, om te weten wat je nodig hebt en om bijvoorbeeld je grenzen aan te geven. En het gaat zo goed, dat je er eigenlijk niet meer over na hoeft te denken. Denk je.
Wat je vaak ziet is dat na een tijdje je net niet meer alles doet waarvan je weet dat goed voor je is. Ach, die ene keer dat schema maken voor de komende week kan ik best wel overslaan. Dan doe ik het gewoon volgende week weer. Het gaat nu toch goed?
En van die ene keer overslaan, maak je het schema de week er na ook niet. En dan doe je ook een ander belangrijk ding een keer niet goed. En voordat je het weet, zit je weer midden in de stress en is de rust en balans op je werk ver te zoeken.
Daarom is het heel belangrijk om regelmatig een soort van onderhoud te plegen aan alles wat je geleerd hebt. Pak bijvoorbeeld een vast moment in de week om de komende week te bekijken. Wat staat er allemaal op de planning, waar dien je rekening mee te houden, wat moet er gebeuren?
Op die manier kun je tijdig bijsturen en gaat de week soepel verlopen.
En als het allemaal lekker gaat, ben je er ook zo mee klaar. Terwijl als je het een paar keer overslaat en je moet het weer op gaan pakken, dan wordt het vaak lastig. Dan moet je voor je gevoel weer bijna opnieuw beginnen en dat is jammer als je al zo ver gekomen was.
– Heb je een autismeprofiel gemaakt, bekijk het regelmatig of het nog klopt. Past het allemaal nog bij hoe je nu zelf bent.
– Sta er regelmatig bij stil hoe je je voelt, hoe gaat het met je, wat is er anders dan anders.
– Check soms ook met anderen die je vertrouwt hoe zij jouw zien. Wat merken zij aan je, zien ze dat het goed met je gaat of maken ze zich zorgen over je.
Hierboven heb ik je veel verteld over hoe je goed voor jezelf kunt zorgen en wat jij kunt doen om stress en vermoeidheid te voorkomen.
Loop jij ook tegen problemen aan, in je werk en/of privé-leven? En vind je het lastig om alles wat ik hierboven verteld heb zelf te gaan doen?
Maak dan nu een afspraak voor een gratis vrijblijvende ont-stress sessie. Dan bespreken we waar je tegenaan loopt en hoe je ik je daarbij kan helpen.
Jouw gratis ont-stress sessie houden we in mijn praktijk in Best of online. De sessie duurt ongeveer 30 minuten. Meld je nu hier aan.